wat past bij mijn leven banner met tekst

alles op zijn tijd

“Voor alles wat er gebeurt is er een tijd’ zo begint de bekende tekst uit Prediker (3:1-8) die in de jaren ’60 tot een mega hit werd door de groep the Byrds: Turn, turn, turn. Er is een tijd om te zaaien en een tijd om te oogsten. In ons land zijn we daar goed mee bekend: elk jaar is er een duidelijke wisseling van de seizoenen en met die wisseling komen er niet alleen andere activiteiten naar voren, maar komen wij ook in een andere stemming.

Zo is de lente een tijd van naar buiten gaan, de tuin in, het huis weer opruimen na al die tijd binnen, en veel nieuwe plannen maken. Die plannen rijpen dan in de zomer, en zo verder. Voor de traditionele Chinese geneeskunst,- die een sterk met het land verbonden karakter had-, vormde die seizoenswisseling een belangrijke basis. In tegenstelling tot ons onderscheiden zij daarbij vijf fasen: tussen zomer en winter ligt nog de nazomer – de tijd van oogsten.

WINTER, tijd om tot jezelf te komen, voorbereiden

LENTE, nieuwe dingen opstarten, pionieren

ZOMER: laat het tot wasdom komen

NAZOMER: oogst wat klaar is

HERFST: evalueer en laat uitkristalliseren

The circle of life …

Deze eeuwige wederkeer vinden we in eindeloos veel culturen en in eindeloos veel vormen. En niet alleen op het niveau van het jaar, ook het leven van de individuele mens voltrekt zich in dit soort fasen, het leven van soorten, van sterrenstelsels … Maar voor ons als levende wezens met een geboorte en dood hoort daar ook altijd een element bij van samenzijn en delen. 

SAMEN

ook elke activiteit kent die fasen

We kunnen die cirkels van wederkeer niet alleen steeds groter maker, maar ook juist kleiner en ze bijvoorbeeld betrekken op de indeling van onze dag waar de rust van de slaap overgaat in de activiteiten van de dag tot we s’avonds weer tot stilte komen en uiteindelijk weer gaan slapen. Of nog kleiner op een activiteit binnen die dag zoals een wandeling of koken.

onze lessen kenmerken zich door een circulaire opbouw

Wij zijn er van overtuigd dat deze ‘boerenwijsheid’ die we in zoveel verschillende godsdiensten en mythologieën terugzien een belangrijk inzicht is voor hoe je meer in harmonie met je lichaam kunt leven. Natuurlijk kan onze geest ons dwingen vanuit het niets een vijfkamp te gaan doen, maar iedereen zal begrijpen dat dat leidt tot allerlei vormen van – vaak niet al te stilzwijgend – lichaamsprotest.

in elke individuele les

Daarom bouwen wij onze lessen op als de seizoenen: we beginnen met uit de winterslaap komen en alles weer in beweging te zetten. Als het bloed weer stroomt brengen we de aandacht erbij en gaan we steeds intensiever en ingewikkelder trainen. Totdat we een aantal moeilijke oefeningen kunnen uitvoeren die we niet hadden kunnen doen als we ‘koud’ waren begonnen. En dan bouwen we weer af.

en het jaar rond

En we doen dat ook in het grotere geheel. Als je het jaar rond lessen bij ons volgt zul je zien dat die steeds aansluiten bij het huidige seizoen en anticiperen op wat komen gaat. Tegen het einde van de winter bijvoorbeeld zitten er altijd veel kniebuigingen in de lessen en wordt de rug versterkt om alle enthousiaste tuiniers vast voor te bereiden op het nieuwe tuinjaar.

het belang van evenwicht

In deze circulaire aanpak wordt dus steeds gestreefd naar balans in het geheel. Je mag je best heel erg inspannen maar dan moet je je ook weer (kunnen!) ontspannen. Als je een volledige les van ons volgt is deze opbouw gegeven. Maar in het gewone leven ga je vaak vanuit het niets ineens 20 km wandelen, of na een lange winter zonder er bij stil te staan ineens 8 uur in de tuin werken of schoonmaken. Je doet dan dus het één, zonder stil te staan bij het ander.

probeer jezelf aan te vullen tot een gebalanceerd geheel

Natuurlijk is het lastig: we zien dat in de lessen telkens weer. Als jij een fervente workaholic bent neem je niet zo makkelijk rust. Als je graag rent, vind je slome yoga zo op het oog waarschijnlijk super saai, en als fanatiek bootcamper is even stretchen vermoedelijk een klein sluitstuk. Toch is onze ervaring dat je er enorm baat bij kunt hebben door wel wat meer uit te balanceren. Door bijvoorbeeld je bindweefsel vast wat op te warmen voor je op de sportschool gaat spinnen, of je dag vast af te sluiten voor je gaat slapen.

 

Hoe vertaal ik dit nu naar mezelf?

elk seizoen is door ons gekoppeld aan drie begrippen 

Zo hebben we dus zes categorieën, vijf gekoppeld aan de seizoenen en overkoepelend het samenspel. En in de beschrijving van elk van die zes categorieën hebben we hierboven drie begrippen gegeven. Zo is RUST bijvoorbeeld gekoppeld aan de begrippen ‘waarnemen’, ‘openstaan’ en ‘ontspannen’. Die drie zijn met elkaar verbonden maar zijn niet helemaal hetzelfde. Het laat zich het makkelijkste uitleggen aan de hand van een voorbeeld.

voorbeeld: een hond alert en in rust

Denk eens aan een hond die volkomen ontspannen lijkt te slapen. Toch, zodra de baas thuiskomt, de tackel van de buren passeert, of de pakjesbezorger aan de deur staat, staat hij onmiddellijk klaar in de juiste stand: piepend, blaffend of grommend al naar de situatie verlangt. Terwijl hij ligt is zijn lichaam weliswaar totaal ontspannen, maar onderwijl laat hij alle indrukken van buiten binnenkomen en zolang hij er niet iets mee hoeft, doet hij er ook helemaal niets mee. Hij neemt louter waar. Hij laat zijn gevoel niet met hem op de loop gaan, spant zich niet in als dat niet nodig is, maar is als het ware alert in zijn rust. Hij is ontspannen maar niet zo dat dat een gevaar vormt voor zijn eigen veiligheid.

open staan …

Op eenzelfde soort manier als die hond luistert en ruikt wat er voorbijkomt kunnen we onze geest openstellen voor nieuwe ideeën, andere invalshoeken. Als ze langskomen kunnen we ze wegen en ze gewoon weer laten gaan, of als dat goed is net als die hond actie ondernemen. Zo zou je dus kunnen zeggen dat openstaan is voor de geest, wat waarnemen is voor het gevoel. We luisteren, we nemen het op, maar zonder dat we direct al een oordeel hebben.

en laten gaan

En tot slot roepen al die dingen reacties – spierspanningen – op in ons lichaam: de waarnemingen, de ideeën – maar we kunnen ook díe reacties eerst laten voor wat ze zijn. Gewoon waarnemingen laten als waarnemingen, ideeën als ideeën, en zo tot echte ontspanning komen. Ontspanning waarbij ons lichaam niet meer direct op van alles hoeft te reageren, maar gewoon kan zijn in het moment totdat iets anders nodig is. En dan ook juist uitgerust en alert reageren … net als die hond die opspringt. Je bent dan dus niet afwezig, je sluit je niet totaal af van je omgeving – je bent juist helemaal aanwezig maar je zou kunnen zeggen in een zeer energiezuinige stand. Je reageert alleen als dat noodzakelijk is.

drie lagen: lichaam, geest en emotie

Zo geven we dus de fase RUST invulling op drie lagen: die van het lichaam, van de geest en van de emotie (of zo je wilt gevoel of ziel). En dat kunnen we met alle zes categorieën zo doen, ze invulling geven op die drie lagen. Zo is er een verschil tussen de lenigheid van het lichaam en de flexibiliteit van de geest en het gaat daarbij niet om de woorden – misschien spreek jij liever over lenige geest en een flexibel lichaam, of heb je er nog hele andere woorden voor, maar het zal duidelijk zijn dat bedoeld wordt dat souplesse van je vraagt dat je niet verstard raakt in standpunten (geest) of houdingen (lichaam) maar net als het gras mee kunt bewegen met de winden die er nu eenmaal zijn – of jij er om gevraagd hebt of niet.

onze 6 lesgroepen

Wij hebben die zes categorieën vertaald naar wat wij denken dat de meeste mensen voor hun dagelijks leven het hardste nodig hebben en zo de lessen die we geven vormgegeven. En zoals gezegd proberen wij die cirkel door alle seizoenen in elke les opnieuw gestalte te geven. Zo vertaalt rust zich in ‘loslaten’ als een vaardigheid die wij onderwijzen, en het lentegevoel van pionieren en in gang zetten wordt ‘bewegen’ een soort korte formulering voor opnieuw in beweging zetten. En dat is iets dat we telkens in ons leven zullen moeten doen: je verstapt je, je wordt ziek, je hebt een ongeluk, … al die dingen gebeuren, hoe voorzichtig je ook bent. En daarna zul je je toch opnieuw in bewegen moeten zetten als je verder wilt. 

 

De kracht van de zomer noemen we ‘trainen’ – er echt even tegenaan gaan – en de balans van de nazomer komt tot uitdrukking in wat wij ‘dancercise’ noemen: een combinatie van trainen en dans waar persoonlijke expressie van de muziek en de mogelijkheden van je lichaam tot uiting kunnen komen. Om ons dan aan het eind te ‘realiseren’ waar we ons nog verder kunnen ontwikkelen en waar onze kracht ligt, maar ook waar onze zwakke plekken zijn. Vandaar dat wij ook niet graag werken met vaststaande lesconcepten van derden tenzij die zoals bij Bellyfit® heel dicht tegen deze werkwijze aanliggen en ruimte genoeg bieden om daar onze eigen draai aan te geven. 

.

Hoe weet ik waar mijn leemtes liggen?

In onderstaand schema hebben we de 18 vakken die je krijgt als je 6 categorieën met 3 begrippen vermenigvuldigd, ingevuld met een aantal voorbeeld activiteiten.  Sommigen zullen verbazen omdat je er misschien nooit zo over hebt gedacht: dat stofzuigen en zwaar huishoudelijk werk ook een vorm van conditietraining zijn. Of dat meditatie niet alleen een vorm van loslaten maar ook van krachttraining is: training van de wil namelijk. Het kan heel verhelderend zijn om een dergelijk schema eens voor jezelf in te vullen en te kijken of het geheel van je activiteiten lacunes vertoond.

het is geen optelsom

Een schema zoals dit is een handreiking, het dwingt ons tot niets behalve eens kijken naar waar we mee bezig zijn en daar eens rustig over nadenken. Kijken of wat we op dit moment allemaal doen ook past bij wat we nu nodig hebben: nodig gezien ons werk, ons leven en ons lichaam. Het is dus echt niet zo dat we in elke rij of kolom een minimumaantal punten moeten halen en dat dan alles vanzelfsprekend in balans is of zal zijn. Het helpt je alleen om weloverwogen keuzes te maken.

wat brengen onze lessen je

In onderstaande twee schema’s hebben we de opbouw van een groot deel van onze verschillende lessen uitgewerkt. Je ziet dat die indelingen – bewust – ook niet heel precies maar schetsmatig zijn. 

In dit tweede overzicht staat exact dezelfde informatie per les, maar dan gekanteld en nog een keer samengevat. Dat maakt het misschien makkelijker te lezen.

hoe gebruik je je spieren

Nog een laatste manier om te kijken naar hoe je dagelijkse activiteiten je behoeften afdekken en wat je eventueel nog nodig hebt is kijken naar de verschillende soorten spieractiviteiten die we hebben. Natuurlijk hebben we onze grote spiergroepen zoals de kuiten, de biceps en de bovenbenen, maar die zouden we eigenlijk alleen moeten gebruiken als we echte kracht nodig hebben. Voor zwaar tillen, hard rennen of springen bijvoorbeeld. Een pen optillen door je biceps aan te spannen is een beetje als schieten met een olifantengeweer op een mug: je gebruikt veel te veel geweld en je verwaarloost tegelijk de fijne motoriek.

stabiliteitssysteem

Onder je grote krachtspieren ligt een spierlaag die we nodig hebben om overeind te blijven: de laag die ons skelet stabiliteit geeft. Die laag ligt ook letterlijk meer naar binnen, tegen het skelet aan en kent een andere stofwisseling dan onze grote spieren. Misschien heb je het wel eens gezien: rood vlees zijn de stabiliteitsspieren, die draaien op het constant aanleveren van zuurstof. De witte krachtspieren moeten sneller en explosiever kracht leveren en dan is eerst zuurstof aanleveren te traag. Zij werken vooral op eerder opgeslagen energie.  

gepast gebruik

In de praktijk gebruiken we vaak onnodig de grote spieren, waar de stabiliteitsspieren zouden volstaan. Daardoor raken de stabiliteitsspieren niet alleen slap en ongetraind, maar zijn de grote spieren vaak juist ook veel te zwaar belast. En spieren die je lang niet hebt gebruikt daar verlies je ook het stuur over: dat moet je letterlijk opnieuw leren. Daarnaast kan het teveel werken met je grote spieren ook leiden tot te veel spanning op je gewrichten en dat kan weer leiden tot onnodige slijtage.

van klein naar groot

Als je je hebt aangewend dingen met te grof geschut uit te voeren is het belangrijk eerst de onderliggende lagen weer bewust te krijgen. Vandaar dat we in onze lessen heel veel aandacht geven aan de fijne motoriek, en dan niet alleen het gebruik van onze handen. Kun je je voeten op allerlei manieren rollen, je tenen los van elkaar bewegen. Kun je je borstkas verplaatsen zonder de schouders te gebruiken. Je enkel rechtsom draaien en tegelijkertijd je pols linksom. Dit zijn allemaal voorbeelden van de fijne aansturing die soms weer helemaal geactiveerd moet worden, spieren moeten in beweging gezet waarvan je niet (meer) wist dat je ze had. Kleine oefeningen wellicht, maar vaak zeer uitdagend. Maar als je dit begint te beheersen kun je langzaam het verschil ontdekken tussen waar grote kracht juist wel, en waar die juist niet wordt gevraagd.

het belang van kracht

Voor ons is daarom kracht altijd het sluitstuk van techniek en mobiliteit: eerst moet je leren de juiste spieren voor de juiste activiteit te gebruiken, pas als dat gelukt is heeft het zin om spierkracht verder op te bouwen. Een spier in een verkorte stand krachtiger maken bijvoorbeeld levert je uiteindelijk alleen maar meer problemen op in plaats van dat het je helpt. Maar uiteindelijk is kracht zeker ook belangrijk, en met name als je ouder wordt. De druk die kracht op je skelet geeft maakt dat je botten sterk blijven (osteoporose tegengaan).

Individueel advies

Het is mogelijk individueel om hulp te vragen om een programma samen te stellen dat bij jouw leeftijd, temperament, huidige verplichtingen en levensstijl past.